Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Laban stond des morgens vroeg op, en [86]kuste zijn zonen, en zijn dochteren, en [87]zegende hen; en Laban trok heen, en keerde weder tot zijn plaats. 86. Zie boven, hfdst.29 vs.11. 87. Dat is, hij wenste hun in het afscheid alle geluk en welvaart; gelijk dit gebruikelijk was wanneer de mensen elkander groetten, niet alleen bij het vertrekken, maar ook bij het komen. Zie onder, hfdst.47 vs.7,10; Ruth 2:4; 1 Sam.13:10; 2 Sam.8:10.